In Biografie op de bühne, het maandelijkse praatprogramma van Biografieportaal in het Amsterdamse Torpedo Theater, komen de schrijver van een recent verschenen biografie en een biograaf die nog volop aan het werk is aan het woord…. lees verder…
In mei/juni ontvangen alle leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde een digitale versie van het Jaarboek per e-mail. Liefhebbers van het gedrukte Jaarboek – dat ongeveer dezelfde vormgeving zal hebben als voorheen – kunnen dit, net als in voorgaande jaren, bestellen.
De Gelderse IJssel, die trouwens ook Overijssel aandoet, heeft sinds mensenheugenis een natuurlijke grens gevormd. Na de val van het Romeinse Rijk was het de grens tussen de Franken en de Saksen, later tussen het kwartier van Zutphen, zeg maar de Achterhoek, en dat van Arnhem, en nu nog vormt de rivier de scheiding tussen Gelderland en Overijssel. Niet alleen tussen het landschap van de zuidelijke Veluwezoom en de Graafschap zijn er verschillen, maar ook tussen de autochtone bewoners van die gebieden. De oorspronkelijke Achterhoeker is wat agrarischer en feodaler ingesteld, wat praktischer en nuchterder van aard dan de Veluwezomer, die meer historisch besef heeft en geneigd is het verleden te koesteren.
Louis Couperus betrok in juni 1923 zijn nieuwgebouwde huis in De Steeg, op een boogscheut afstand van de IJssel. Lang heeft hij er niet van kunnen genieten want in juli van datzelfde jaar overleed hij. In april nog had hij in het Haagse dagblad Het Vaderland een van zijn ‘Intieme Impressies’ gepubliceerd onder de titel ‘Het aroom van vervlogene tijden’, waarin hij de romantische sfeer van het Gelders landschap schetste. Hij is van mening, dat langs de Rijn- en IJsseloevers de antieke atmosfeer, die soms niet meer is dan een lichtspeling of een geur, nog te proeven en te beleven is.
En meer dan in Holland omvademt de gevoelige ziel aan de boorden van de IJssel het aroom van van lang en allerlangst vervlogene tijden. Een tederheid van stemmingen en licht vervloeit langs de rivier en blijft, op sommige uren, er hangen als een dromende glimlach. De soms snel vlietende wateren van de Rijnse zijstroom kronkelen zich hier tweemaal meandersgewijze en vormen als twee schiereilanden, de Vaalwaard en Zuidenwaard, waar het ijle lentehout vagelijk groen te bladeren begint …
Inmiddels is die bevallige kronkeling in de rivier ten behoeve van de scheepvaart en de aanleg van een snelweg van haar grilligheden ontdaan.......