Sinds 1766 verschijnt het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, een van de langstlopende boekenreeksen van ons land. Al ruim 250 jaar vormt het Jaarboek een waardevolle publicatie, onder andere door de hierin opgenomen uitgebreide Levensberichten van overleden leden.
Bijna alle Jaarboeken, vanaf 1766, zijn gedigitaliseerd en op de DBNL terug te vinden. Om hier nog eens extra de aandacht op te vestigen duiken de redactieleden van het Jaarboek regelmatig in het rijke archief om er een bijzonder artikel uit te lichten. Voor deze nieuwe aflevering kiest Marcel Barnard het Levensbericht van Johannes van den Bosch:
Johannes van den Bosch (1780-1844)
Mijn boshut in Drenthe grenst aan de Koloniën van Weldadigheid: landbouwkoloniën, bedoeld om paupers uit de steden door een onverbiddelijke discipline te verheffen tot productieve arbeiders. Gesticht in 1818, in 2021 UNESCO Werelderfgoed geworden, nu een populair uitje, met het lommerrijke Fredriksoord als centrum. Een klein standbeeld herinnert aan de grondvester, Johannes van den Bosch — na zijn ‘weldadigheid’ in Drenthe achtereenvolgens Commissaris-generaal van Suriname en de Antillen, Gouverneur-generaal van Oost-Indië (nu Indonesië), Minister van Koloniën, Minister van Staat en lid van de Tweede Kamer. In toenmalig Nederlands-Indië bedenkt hij het roemruchte cultuurstelsel: boeren dienden handelsgewassen te verbouwen voor de Nederlandse staat. Het doel: de economie van (nu) Indonesië vlottrekken. Het resultaat: armoede onder de boeren. De kolonieman, luidt de trefzekere titel van Johannes’ biografie (2019) door Angelie Sens.
De daadkrachtige, idealistische en bij zijn leven al omstreden Van den Bosch was ook lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Bij zijn overlijden werd de “krijgsen staatsman” in een Levensbericht diep betreurd en hoog geprezen. Voorzitter Siegenbeek leest het voor op de jaarvergadering, in ronkende volzinnen. Hij was er zeker van dat ’s mans naam “gewisselijk bestendig in zegening” zal blijven. Refererend aan zijn werk in Nederlands-Indië spreekt hij van “de dankbaarheid van deszelfs bevolking” en verwijzend naar het cultuurstelsel van de “voor het Moederland weldadigste vruchten” … De geschiedenis zou anders oordelen.
Angelie Sens maakt in haar biografie van Van den Bosch bijna twee eeuwen later de balans op en plaatst hem in “de twee thema’s die de agenda gedurende de gehele negentiende eeuw beheersten: de ‘sociale’ en de ‘koloniale’ kwestie” (349): zijn Verlichtingsidealen, of “droom van een betere wereld en samenleving voor iedereen”, zijn authentiek; zijn “daadkracht en enorme werklust” maken dat die idealen geen luchtfietserij blijven; maar “als de praktijk weerbarstig bleek” was zijn drang om te leveren “al te doortastend” (362v.).
Ons narcistisch heden zij gewaarschuwd, het oordeel over de geschiedenis verschuift. Je welwillende Levensbericht straks in het Jaarboek van de Maatschappij zal er niks aan helpen, je naam zal niet “gewisselijk bestendig in zegening” blijven.
Marcel Barnard
Lees hier het Levensbericht van Johannes van den Bosch (1780-1844), uit de toespraak van Matthijs Siegenbeek (vanaf pagina 13 onderaan tot en met pagina 18).