Eigenlijk zou iedereen die schrijft en zichzelf daarin serieus neemt, een boek moeten publiceren over zijn of haar verhouding tot het dier.
Het huisdier.
En dan het geliefde huisdier dat op enig moment sterft, wat ellendig is maar nog meer ellendig is de gedachte zelf eerst te moeten gaan. Want dat valt niet uit te leggen aan het dier.
In die positie bevind ik mij dus. De laatste jaren schrijf ik bloedserieuze boeken over militair Indië die bij even serieuze uitgeverijen verschijnen en dit doe ik met hart en ziel, overtuigd van het feit dat ik hier iets bij te dragen heb aan het huidige wokebeeld van dit verleden. Een vrouw met een missie, inderdaad. Geef mij een koloniaal archief en ik neem alles handmatig door, niks gemakzuchtig zoeken op trefwoord in een digitaal bakje.
Maar onzichtbaar voor het oog van de buitenwereld leid ik een ander bestaan. Dat van poezenvrouwtje en ik voldoe aan alle clichés. Ongetrouwd. Geen kinderen. Veel boeken, weinig meubilair,  alles in een propvol bovenwoninkje. En daarin woonde tot een jaar geleden ook Adelbert Cornelis, kortweg Bert.
Een kater.
Toen hij stierf, kon ik daar slecht tegen. De laatste jaren vermeed ik al het prachtige boek van Rudy Kousbroek over de aaibaarheidsfactor uit angst. Negeren is dubbele aandacht. Ik wist wat er komen ging. Vermijden hielp niet.
Daarom is er nu een boek: Â Saame, over de liefde van huiskater Bert. Het is het verslag over ons samen zijn, hoe er een liefde groeide en wat er voor en na zijn dood gebeurde. Zonder voetnoten, en een literatuuropgave staat er evenmin in.
Voor een vrouw als ik is het een heikel iets om een boek te publiceren over een kater. Voor een man ligt dat anders. Komt hij uit voor de poezenliefde in zijn hart, dan ontvangt hij literaire bonuspunten. Denk aan Gerard Reve. Â Aan Hermans. Denk vooral aan Jac. van Looy in het onovertrefbare _De dood van mijn poes_ uit 1889, vermoedelijk het mooiste dat ooit over liefde en gemis is geschreven. Gezien deze namen maak ik me weinig illusies, als niet-man zijnde, over de ontvangst van mijn biografie van Bert.
En toch moest het. Niet alleen uit protest tegen de dood, maar ook om een toelichting te geven op de naam die in het dankwoord van mijn laatste boeken stond. Zoals andere auteurs een partner bedanken, niet zelden een zeer dienstbare vrouw, noemde ik Bert als steun en toeverlaat. Een wat andere positie. En dan ook dus een toelichting op de auteur van die zware militaire boeken.
Over het geliefde huisdier spreken mensen graag, maar bij voorkeur in de wandelgangen, in de nazit, bij een toevallig treffen, of als toelichting op bloemlezingen over dieren in het algemeen en dierenperspectieven, beginnende bij de vos Reynaerde. Heel mooi. Maar niet wat ik bedoel. Wie van een huisdier kan houden, wil ik erover horen.
Het boek Saame. De liefde van huiskater Bert is te bestellen via deze link.
