Onlangs verscheen bij de Amsterdam University Press de 32ste editie van het Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Het is een uitgave van onze werkgroep de Nederlandse Boekhistorische Vereniging. Het Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis publiceert Nederlands- en Engelstalige wetenschappelijke … Verder lezen Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis 2025
Op zaterdagmiddag 22 november zal in Atelier Manenburg te Utrecht de presentatie plaatsvinden van de bundel Getekend: Jan Engelman en tevens de buste en het archief van Engelman aan het Literatuurmuseum worden overgedragen. Naar aanleiding van … Verder lezen Presentatie van de bundel ‘Getekend: Jan Engelman’
De ouders van Reinier Cornelis Bakhuizen van den Brink (1810-1865) hadden hun zoon het liefst als predikant op de kansel van de Nederlands Hervormde Kerk zien staan. Aanvankelijk was Bakkes, zoals hij door intimi werd genoemd, daarom aan de studie theologie in Leiden begonnen, maar hij stapte al spoedig over naar een andere discipline. Na een turbulente studietijd promoveerde hij in 1842 in de klassieke en moderne letterkunde en wijsbegeerte summa cum laude. Maar hij kon maar moeilijk afscheid nemen van de geneugten van het losbandige studentenleven. Hij stond bekend om zijn goklust en zijn niet aflatende offerandes op de altaren van Venus en Bacchus, zoals de klassiek geschoolde negentiende-eeuwer het eufemistisch uitdrukte. Ook had hij een fijnvertakt talent om zich diep in de schulden te steken. Met zijn doctorsbul op zak zou hij zich later als historicus een vooraanstaande plaats binnen het intellectuele milieu van zijn tijd weten te verwerven.
Zijn carrière in de literatuur begon in het tijdschrift De Gids dat zich sinds 1837 onder leiding van E.J. Potgieter (1808-1875) ten doel had gesteld de gevestigde literaire orde van die dagen eens flink op te schudden. In 1838 trad Bakhuizen van den Brink toe tot de redactie.......