Bij Uitgeverij Prometheus is een nieuw boek van Rosita Steenbeek verschenen, Over antieke wegen. Een pelgrimage. Na het verlies van haar moeder maakt Steenbeek, met fotograaf Art Khachatrian, een fietsreis van Rome naar Mycene. Over de… lees verder…
In 2016 bedacht een groep wetenschappers uit België en Nederland een ambitieus plan: de lancering van een nieuw, Engelstalig tijdschrift gewijd aan de studie van de vroegmoderne Lage Landen. Tien jaar later heeft Early Modern Low… lees verder…
’s Morgens vroeg de telefoon met nieuws van hogerhand: dat Moeder ‘uit haar lichaam is getreden’.
Uit haar lichaam is getreden. Uit haar lichaam is getreden. Raar, die woorden. Welke moeder trouwens? Margareta draait zich om en slaapt maar gauw weer in. Haar eigen moeder is al vijf jaar dood.
Afgebroken dromen worden zelden voortgezet, maar deze keer gebeurt dat wel. Margareta droomt nu een vervolg, of beter, een weg terug. Hoe het eraan toe ging met haar eigen moeder.
Het is coronatijd.
Verplichte afstand en groot ongemak. Elleboog op elleboog. Geen sprake van elkaar omhelzen. Hier staan. Daar lopen. Hier zitten. Niemand huilt. Dat kan ook niet. Iedereen moet op zijn tellen passen.
Er zijn praatjes en er is een livestream voor de buitenwacht. Er is een foto van haar beide ouders. Pa met zijn handen in de zakken van zijn regenjas. Ma met hoed. Leuk, zoals ze bij hem inhaakt in de komma van zijn rechterarm.
Op de achtergrond de trage, druppelende klanken van Poulenc, niet perse moeders voorkeur.
De praatjes roemen haar als moeder. Haar kookkunst komt ruimschoots aan bod. Haar naakte kindertjes in het groen, de raasdonders met kerry-rijst en uien, haar wentelteefjes en de hete bliksem. – Alleen de broodpap smaakte van geen kanten. Dagdag, behangselpap.
Niemand lacht. Dat hoeft ook niet. Iedereen moet op zijn tellen passen.
Wie heeft hier de regie?
Corona.
Inmiddels zijn we vijf jaar verder. Het is weer lente en het waait. Houtduiven paren in de dakgoot. Er ligt een scherpe driehoek zonlicht op de vloer, steeds als er wolken komen krimpt het vloerkleed.
Waarom die bedeesde stukken van Poulenc? Terwijl ze nota bene van Gräfin Mariza hield, van Edith Piaf, van luidop zingen bij het lakens vouwen.
Aleevenee miloor…
Margareta zingt het zachtjes voor zich uit, in het Frans van voor het lezen. Ze blaast iets aan van lang geleden, zoals taal kan klinken in een ongeletterd brein, evengoed vol vrolijkheid. En dit is moeders stem. Jawel, dit is ze echt. Heel even is dat zo.
Aleevenee miloor…
Dit ogenblik is veel te mooi, te duur, te groot. Ze snijdt het snel doormidden, finaal doormidden.
Wat krijg je dan?
Twee helften van een appel, denk daar maar aan, lezer, en aan die welgevormde hartjes in het midden, met hun diepdonkere pitjes, barstensvol van ingehouden levenskracht.
Een schaduw neemt de scherpe driehoek weg, het vloerkleed krimpt, maar het hervonden ogenblik houdt stand.