Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Addertje van Jolanda Kooijmans:
Je hoort een beetje Queen: ‘Beelzebub has a devil put aside for me, for me, for me’. Of is het Lucifer van de oude Vondel: ‘De kinders van den nacht braaveren zelfs den dagh’. Maar vooral hoor je Jolanda Kooijmans (1965) zelf, schilder, installatiekunstenaar en dichter van tot voor kort één bundel (Twee ton uit 2020). Wat een overweldigend poëzieboek is haar opus twee, het roman-dikke Addertje. Uit de duisterste hoeken van Brabant duikt hij, zij of wie weet het op – de duivel, waarvan we allemaal weten dat hij, zij, het niet bestaat maar waarvan we tegelijk allemaal weten hoe weerzinwekkend hij, zij, het eruit ziet, ondanks de duizenden mooie maskers, verleidelijke vermommingen en sierlijke schuilnamen.
De maskers gaan af in de vier diabolische reeksen waaruit Addertje bestaat. Genadeloos, maar tegelijk grappig. Humor is misschien het hart van deze gedichten. Poëzie die haar plaats kent. ‘Oké/ genoeg poëzie,’ zegt de poëet ergens. Ze laat een tv kapotgaan met een welgemeend ‘krsjkd! grdsjgr! qfcrsrr!’. In de reeks ‘Zuuz’ speelt ze met de letter z. Ze beschrijft, vermoed ik, haar eigen land van herkomst: ‘van oudsher een vuig moeraz/ doortrapt en troostelooz’. Terug naar de jaren 1960, terug naar een ‘boerenhuiz/ waar ik dez winterz woon’.
Zoveel z-en dienen om de angsten te bezweren van Zuuz, hoofdpersoon van de tweede reeks, zij hoopt: ‘de duivel zal me niet vinden’. In de reeks daarvoor ging het over Addertje, onderweg naar de grootste onderwereld van Europa. De derde reeks draait om een priester ‘heerneef Bubblebeez’ die, met zijn ‘kant en klaar Latijn/ dat door niemand wordt verstaan’, zijn kansen tot misbruik overal ziet en grijpt.
Het hoogtepunt van de bundel is de slotreeks over Constant, constante mopperaar en constant de klos: ‘met een miskoop/ blijft hij zitten hyperventileren als een lekke trekzak’. Tijdens een treinreis die Constant maakt vanuit Brabant verschijnt een passagier ‘die een beetje naar vis ruikt’ en uiteindelijk vreselijke dingen aanricht. Op de achtergrond van deze verduiveld goede poëzie hoor ik ineens het lied van de Stones: ‘Pleased to meet you, hope you guess my name’.
Mario Molegraaf
Addertje. Gedichten, Uitgeverij Koppernik, paperback, 160 pag., € 22,50
ISBN: 9789083463551