Berry Dongelmans (1952) is een neerlandicus-boekhistoricus, die regelmatig publiceert over bibliografische en boekhistorische onderwerpen, onder meer over negentiende-eeuwse leescultuur en kinder- en jeugdliteratuur. Hij was mederedacteur van o.a. 'Dierbaar magazijn; de bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde' (1995, met Frits van Oostrom en Peter van Zonneveld). Was vanaf 2008 tot 2018 secretaris van de Maatschappij.
recente columns:
gepubliceerd op 2 mei 2018
Een lans gebroken voor Twitter

In de aanloop naar het 250-jarig bestaan van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heeft het MdNL-bestuur er alles aan gedaan om de oude statische website te vervangen door een meer dynamische. Tegelijk leefde de wens om sociale media als Twitter en Facebook een grotere rol te laten gaan spelen om de MdNL verder op te stoten in de vaart der volkeren en de nieuwsvoorziening aan de leden eigentijdser te maken. Hoewel ik van harte de nieuwe koers heb ondersteund en heb meegedacht en bijgedragen aan de nieuwe website, heeft het toch even geduurd voordat ikzelf de overstap naar bijvoorbeeld Twitter heb gemaakt. Pas sinds enkele maanden volg ik daadwerkelijk op Twitter de tweets en retweets van de MdNL. Ik vond het tijd worden dat je als secretaris alles moest doen om op de hoogte te blijven van wat er allemaal via de nieuwe website van onze Maatschappij de wereld in wordt gestuurd. Elke dag krijg ik nu nieuws en nieuwtjes op taal- en letterkundig gebied in mijn e-mailbox. Je leest op die manier nog eens wat en je blijft op de hoogte. Net zoals ik dat met neerlandistiek.nl heb, waar ik al abonnee van was toen het nog Neder-L heette.

Er is alleen één verschil: als je je op neerlandistiek.nl abonneert, krijg je alleen neerlandistiek.nl in je digitale postbus. Nu ik ‘op’ Twitter zit – voor de tweets van de MdNL – krijg ik ongevraagd ook verwante twitterberichten meegestuurd. Dat schijnt  – en blijkt ook in de praktijk  – zo te horen. JA-NEE-, JA-JA- of NEE-NEE-stickers zijn bij deze digitale brievenbus niet mogelijk. Die NEE-NEE-sticker eigenlijk wel, maar dan ontvang ik ook de tweets van de MdNL niet meer, en die wilde ik eigenlijk exclusief ontvangen. Nu krijg ik, zoals gezegd, ongevraagd berichten van andere twitterende organisaties en particulieren in mijn maag gesplitst. Aanvankelijk wekte dat bij mij nogal wat ergernis op, maar inmiddels is er een gewenning opgetreden. Is het eigenlijk wel zo erg als ik in het sleepnet van de MdNL-berichten er als bijvangst gratis andere twitteraars bij krijg? Eigenlijk niet, want Twitter blijkt mij vooral op verwante twitteraars te attenderen. Zo krijg ik nu vanzelf berichten over bijvoorbeeld de werkgroep De zeventiende eeuw (ook MdNL),  @Bredero2018 (= Officieel twitteraccount voor het herdenkingsjaar van de 17e-eeuwse schrijver Bredero), @Taalpost (= De taalnieuwsdienst van Onze Taal) en @BoekenBijlage (= Voor iedereen die van lezen houdt).

Je hoeft natuurlijk niet alles open te klikken – met één klik verdwijnt zo’n bericht in de prullenmand – maar soms kan je de verleiding niet weerstaan. Wie eenmaal een keer op @BoekenBijlage heeft gekeken, krijgt gelijk weer tips voor nog meer andere, verwante websites zoals @Boekenkrant, @Boeken_lezen, @LiterairNL (= Literair Nederland), @Boekblad en @booksaboutbooks (= Boeken over boeken). En het sneeuwbaleffect bij @Taalpost levert @Taalunie op alsmede @Neerlandistiek (maar die had ik al), @onzetaal, @TaalcentrumVU en @IvdnT (= Instituut voor de Nederlandse Taal). Van die laatste leerde ik onlangs het ‘nieuwwoord’: pop-updijk: eenvoudig te demonteren dijk die tijdelijk wordt aangebracht als het water in de Nederlandse rivieren erg hoog staat. Dat had ik zonder Twitter toch mooi niet geweten.

Behalve letter- en taalkundige twitteraccounts zijn er ook die voor historici. Dat van @Historici.nl  bijvoorbeeld (dat d.d. 12 april jl.  4173 volgers had). Via het zwaan-kleef-aanprincipe kan je dan vervolgens terechtkomen op @JongeHistorici, @KNHG (= Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap) of @Historisch Nieuwsblad. Allemaal organisaties waar ik ook zeker belangstelling voor heb.

Alle bloedgroepen van de MdNL – letterkundigen, taalkundigen, historici – kunnen dus iets van hun gading vinden op Twitter. Vooralsnog heb ik mij nog niet gewaagd aan particuliere twitteraccounts, waarbij het me overigens wel is opgevallen dat MdNL-leden er lustig op los twitteren. Ze hebben ongetwijfeld een hoop interessants te melden, maar (1) het volgen van mensen zit niet zo in mijn bloed en (2) met de hoeveelheid meldingen die ik nu al krijg, kan ik  voorlopig wel vooruit. Er moet ook nog tijd overblijven om teksten van meer dan 280 tekens te lezen…

Niettemin: zit je als lid van de MdNL nog niet op Twitter? ‘Registreer, richt je ogen op de dingen waar je om geeft en ontvang updates wanneer er iets gebeurt’ (ontleend aan de wervende uitnodiging van Twitter zelf ). @MdNL heeft inmiddels 680 volgers, nog lang niet zoveel als @Historici.nl. maar ik ben in elk geval ‘om’.