Michiel van Kempen (1957) is bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische letteren aan de Universiteit van Amsterdam. Van zijn hand verscheen o.m. een biografie van Albert Helman, 'Rusteloos en overal' (2016). Onlangs verscheen de bundel 'Het andere postkoloniale oog; Onbekende kanten van de Nederlandse (post)koloniale cultuur en literatuur.'
de columns van Michiel van Kempen:
recente columns:
gepubliceerd op 20 november 2020
Een toost op wijlen Loes Westermann

Met Loes Westermann-van der Steen is een van de kleurrijkste figuren uit de Caraïbistiek heengegaan. Zij overleed op 30 oktober 2020 in Hilversum. Michiel van Kempen herdenkt haar.

In de jaren voorafgaand aan de verschijning in 1995 van de Suriname-Catalogus van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam leerde ik Loes Westermann kennen. Zij resideerde in een kamer van de Artisbibliotheek aan de Amsterdamse Plantage Middenlaan. Zij was de grande dame van de Natuurwetenschappelijke Studiekring voor het Caraïbisch gebied, het befaamde instituut 319 - in de telling van de universiteitsbibliotheek. De collectie van de Studiekring bevond zich in het souterrain van de Artisbibliotheek, dat men betrad door een tamelijk plechtige trap af te dalen, geflankeerd door de borstbeelden van natuurwetenschappers van naam en faam. Maandenlang schaften bibliothecaris Kees van Doorne en ik ons elke maandagochtend toegang tot de donkere ruimte door ons een weg te banen door een stevig aantal lege wijnflessen, de souvenirs van de bestuursvergaderingen van de vrijdag ervóór, die vrolijk rinkelend verdwenen onder de boekenkasten met Antilliana en Surinamica. De titels moesten worden ingevoerd in de centrale catalogus van de Universiteitsbibliotheek.

Instituut 319 was een klein instituut met als enige medewerker drs Loes Westermann-van der Steen, maar haar kamer was wèl het zenuwcentrum van de Natuurwetenschappelijke Studiekring voor het Caraïbisch Gebied van waaruit vele aanvragen richting Wosuna (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Suriname-Nederlandse Antillen) en andere instanties vertrokken. De kamer van Loes en het bureau waarachter zij zetelde waren volgepakt met boeken, dozen, enveloppen en stapels drukproeven. Op het bureau altijd ook glazen, kopjes en wat knabbelkoekjes. De Natuurwetenschappelijke Studiekring heeft getekend voor vele publicaties op het gebied van de biologie en geologie van het Nederlands-Caraïbisch gebied. Loes’ echtgenoot, Jan Hugo Westermann (1907-1981), was een van degenen die substantieel hadden bijgedragen aan de geologische kennis over de Nederlandse Antillen. Samen met hem en de bioloog Jan van Donselaar inventariseerde zij in de jaren ’60 wat de gevolgen waren voor de flora en fauna van de komst van het Brokopondostuwmeer in Suriname.

Loes Westermann-van der Steen, geboren op 25 augustus 1938 in Rotterdam en zelf ook een geoloog, kwam over als een dame van stand, zij het dan toch met de beheerste frivoliteit van iemand die jaren met Antillianen is omgegaan. Zij was buitengewoon enthousiast om aan elk initiatief dat betrekking had op de West enige Schwung te geven en schakelde daartoe graag haar grote netwerk in – zelf zat zij ook in tal van gremia en besturen. Zij pakte zaken energiek aan, maar ook met een mate van ongestructureerdheid die de effectiviteit van het handelen niet altijd ten goede kwam. Haar buitengewone hartelijkheid vergoedde echter veel.

Toen de Suriname-Catalogus van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam gereed was verloor ik haar enigszins uit het oog. Onze werkzaamheden in het souterrain van de Artisbibliotheek – de beschrijving van de duizenden titels die daar huisden – bleek ook voor minstens de helft een zinloze bezigheid: de Antilliana werden er allemaal uitgehaald en overgedragen aan het museum Kurá Hulanda op Curaçao. Aan de bemoeienis van Loes Westermann met de Natuurwetenschappelijke Studiekring kwam een einde toen zij enige jaren gelden getroffen werd door een infarct. Zij moet vanaf haar ziekbed met lede ogen hebben aangezien hoe datgene waarvoor zij met hart en ziel had geleefd, haar ontglipte.

Een toost op jouw leven, Loes!