Reglement Frans Kellendonkprijs vanwege de Frans Kellendonk Stichting

De toekenning van de Frans Kellendonkprijs geschiedt volgens het reglement zoals vastgesteld in de jaarvergadering van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde van negenentwintig mei negentiendrieënnegentig of volgens het eventueel later gewijzigde reglement.

1. Eens in de drie jaren, te beginnen met 1993 kan worden beschikt over een prijs voor een in druk verschenen en in de Nederlandse taal geschreven literair werk (verhalend proza, essay, toneel, poëzie), al dan niet in combinatie met andere literaire uitingsvormen (bij voorbeeld vertalingen, voordrachten, journalistiek werk voor pers of omroep) dat, behalve door literair niveau, uitmunt door de intellectuele onafhankelijkheid en de oorspronkelijke visie op de maatschappelijke of existentiële problematiek die eruit blijkt. Het geldbedrag verbonden aan de prijs wordt eens in de drie jaar vastgesteld door het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, op grond van de door de Stichting Frans Kellendonk Fonds te Amsterdam ter beschikking gestelde middelen en bedraagt ten minste € 5.000.

2. De toekenning geschiedt door het bestuur der Maatschappij, op voordracht van een door het bestuur der Maatschappij te benoemen Commissie van Voordracht van ten minste drie en ten hoogste vijf leden. In deze Commissie zal ten minste één lid zitting hebben dat tevens lid is van de Maatschappij, alsmede een lid dat wordt benoemd op voordracht van de Stichting Frans Kellendonk Fonds.

3. De prijs wordt toegekend voor het literaire werk van een auteur wiens leeftijd bij voorkeur minder dan veertig jaar was toen hij het ter bekroning voorgedragen werk schreef. Het werk wordt bekroond in zijn onderling verband, al kan ook een in de voorafgegane vijf jaren verschenen afzonderlijk werk de speciale aanleiding vormen voor de bekroning.

4. De leden der Maatschappij kunnen schriftelijke voorstellen doen aan de Commissie van Voordracht. De Commissie kan ook zelfstandig werken selecteren met het oog op de bepaling van haar voordracht.

5. Kan het bestuur der Maatschappij zich niet met de voordracht der Commissie verenigen, of komt naar het oordeel der Commissie generlei werk voor bekroning in aanmerking, dan wordt de prijs niet toegekend en komt hij dat jaar te vervallen.

6. Het bestuur is niet bevoegd de prijs te splitsen en te verdelen over meer werken of inzendingen.

7. De Commissie moet haar voordracht bij het bestuur indienen vóór de eerste maart van het jaar waarin de bekroning kan geschieden. De voordracht gaat vergezeld van een schriftelijke motivering.

8. Vóór de eerste maart van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de bekroning kan geschieden, wordt de Commissie van Voordracht benoemd. De Commissie treedt in haar geheel af na de bestuursvergadering waarin de prijs is toegekend of toegekend had kunnen worden.