In deze rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.
De kip die over de soep vloog
Veel literaire hypes plegen als een komeet te verschijnen, om even snel weer te verdwijnen. Aan die grillige dynamiek was ook het schrijverschap van Frans Pointl (1933-2015) onderworpen. Niet dat hij daar zelf ook maar enigszins de hand in had. Pointl belichaamde in alles het tegendeel van een vlot mediatype. Als hij al over een imago beschikte waar de publiciteitsmachine iets mee kon, dan wel dat van het bangige en bescheiden mannetje dat uit alle macht riep: ‘Let vooral maar niet op mij, ik stel niets voor’. Intussen zag dat mannetje in stilte uit naar erkenning en succes.
Frans Pointl had al een half leven van twaalf ambachten en nog veel meer ongelukken achter de rug toen hij volkomen onverwacht doorbrak met de bundel autobiografische verhalen De kip die over de soep vloog.  Geschreven had hij al zijn hele leven, gepubliceerd mondjesmaat,  en dat vooral in obscure, niet zelden door hem zelf geredigeerde tijdschriftjes. Na zijn vijftigste begon hij beetje bij beetje door te dringen in een hoger literair segment en kreeg contact met auteurs van naam. Het was Rogi Wieg die hem introduceerde bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Daar zag men brood in de debutant. De eerste recensies waren welwillend, maar de verkoop van zijn boek begon pas na een half jaar te vlotten, dankzij een paginagroot interview in de NRC. Toen Pointl vervolgens zijn opwachting maakte in het veelbekeken boekenprogramma van Adriaan van Dis, gekleed in het pak waarin hij naar eigen zeggen begraven wilde worden, was er geen houden meer aan. In luttele tijd steeg de verkochte oplage van De kip die over de soep vloog tot ver boven de honderdduizend.
Het is niet onmogelijk dat de even wonderlijke als raadselachtige titel van Pointls bestseller sterk heeft bijgedragen aan het succes. Hij stamde uit de mond van zijn moeder. Toen die in een Amsterdams cafetaria een bord uiterst dunne soep voorgeschoteld kreeg, liet ze de serveerster weten dat de kip zich kennelijk in vliegende vaart over de pan had verplaatst zonder er iets substantieels in achter te laten.
Zoals blijkt uit de biografie die David de Poel aan hem wijdde, kon de schijnbaar zo timide Pointl ook flink lastig zijn. Mij bleef dat bespaard. Geen wonder, want de enige keer dat we in elkaars gezelschap verkeerden was het mijn taak om hem voor een letterlievend publiek in het zonnetje te zetten. Dus werd ik aan het eind van de avond uitbundig bedankt en kreeg veel mazzel en brooche toegewenst. Mogen die in 2021 ook uw deel zijn!
Jaap Goedegebuure