gepubliceerd op 24 november 2020
Over de jaren heen lezen 62: Die andere Grote Drie

In deze rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.

Die andere Grote Drie

Ik verneem dat Jelle Brandt Corstius vanwege het coronagerelateerde gebrek aan emplooi als reisjournalist heeft besloten om voor het gewin en het gezin, maar ook voor zijn plezier, les te gaan geven. Het pedagogisch talent zit blijkbaar in zijn genen en laat zich niet beteugelen. Vader Hugo was in het dagelijks leven hoogleraar computerlinguïstiek en ook als columnist een geduchte opvoeder. Opa J.C. Brandt Corstius bekleedde in Utrechts de leerstoel vergelijkende literatuurwetenschap. Vroeg in de jaren zeventig verkeerde ik onder zijn gehoor. Weliswaar hebben zijn publicaties, het proefschrift over Gorter in de eerste plaats, de tand des tijds niet doorstaan, maar ik bewaar goede herinneringen aan zijn colleges. Het waren vooral oefeningen in zorgvuldig lezen.

BC, zoals hij kortweg werd genoemd, begon zijn onderricht aan de aspirant-comparatisten met het dringende advies om kennis te nemen, voor zover ze dat nog niet hadden gedaan, van drie auteurs die als de aartsvaders van de moderne literatuur konden gelden: Joyce, Proust en Kafka. Een heel wat sterker en invloedrijker trio dan het Nederlandse driemanschap Reve, Hermans en Mulisch. Virginia Woolf, Marguerite Yourcenar en Anna Achmatova moesten we op eigen houtje ontdekken. Maar toch, de oude Brandt Corstius had een punt.

Heb ik zijn advies opgevolgd? Wel, ik heb het geprobeerd met Joyce. Dubliners in zijn geheel gelezen, maar herhaaldelijk gestrand in Ulysses. Daarna Proust. In A la recherche du temps perdu  gevorderd tot de helft, altijd nog ruim tweeduizend pagina’s. Kafka daarentegen zat al vroeg aan mijn hart gebakken, zelfs nog voordat professor BC hem in mijn aandacht had aanbevolen. Mijn favorieten? Die Verwandlung. Zou vanwege de thematiek van uitsluiting en demonisering verplichte kost moeten zijn bij lessen burgerschapskunde. En In der Strafkolonie. Over een dolgedraaide bureaucratie die zich uiteindelijk tegen zichzelf keert. Mij allebei aangeraden door mijn leraar Duits, meneer Polak, holocaustoverlevende. Ik gedenk hem met eerbied.

Jaap Goedegebuure