gepubliceerd op 25 augustus 2020
Over de jaren heen lezen 36: Artemisia

In deze rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.

Artemisia

Liefhebbers kunnen in het Rijksmuseum nog een kleine twee weken terecht voor een tentoonstelling van de Italiaanse barokmeesters Caravaggio en Bernini en hun navolgers. Daar is ook werk te zien van Artemisia Gentileschi (1593-1652), een van de weinige vrouwen die de kunstgeschiedenis hebben gehaald. Ze werd opgeleid door haar vader Orazio, caravaggist van het eerste uur.

Artemisia’s lievelingsonderwerp was Judith, de heldin uit het apocriefe bijbelboek die de veroveringslustige Holofernes op listige wijze weet uit te schakelen. Als deze Assyrische generaal de stad Betulia in de tang neemt en de bewoners ten einde raad zijn, gaat Judith opgedoft naar het vijandelijke legerkamp, samen met haar dienares, meldt zich bij de leiding en biedt Holofernes behalve haar lichaam ook een flinke slok wijn aan. Is de usurpator na zoete arbeid eenmaal weggezonken in zoete slaap, dan snijden de twee vrouwen zijn hoofd eraf en brengen dat in triomf naar de stad. Zo komt het de snoepers te pas, zou Reve hebben gezegd.

Sinds we weten dat de jonge Artemisia met succes een proces aanhangig maakte tegen een oudere collega die haar had verkracht en vervolgens weigerde met haar te trouwen, interpreteren feministische kunstexperts haar Judithschilderijen graag als de wraak van een vrouw die die opstaat tegen masculiene onderdrukking. Daarbij gaan ze voorbij aan de mode van Artemisia’s tijd. Veel van haar schilderende tijdgenoten, Caravaggio en vader Orazio  voorop, hebben de bijbelse heldin minstens even strijdbaar neergezet als zij. De stadsrepubliek Florence, die zich bij gebrek aan een groot leger met list en bedrog moest zien te handhaven tussen numeriek sterkere machten, identificeerde zich zozeer met Judith dat de schilderijen met haar in de hoofdrol niet aan te slepen vielen. Daar kon Artemisia van profiteren toen ze op zoek naar opdrachtgevers in Florence was neergestreken.

Feministische omduidingen van al dan niet gecanoniseerde kunst en literatuur zijn nuttig en zelfs nodig, maar als ze geen rekening houden met de historische context komen ze vaak neer op schieten met spek. Die les was niet echt besteed aan de Amerikaanse kunsthistorica Mary Garrard en de Italiaanse schrijfster Anna Banti. Zij baseerden allebei een heel boek op de speculatie dat Artemisia zichzelf portretteerde in de koene Judith, die de hanige Holofernes keelt alsof hij een slachtrijpe kip is.

Jaap Goedegebuure