In deze rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.
I, Claudius
Laatst kwam ik op neerlandistiek.nl Helge Bonset weer eens tegen, de voormalige ‘kritiese leraar’ die ook na zijn loopbaan als vakdidacticus nog steeds  kan bogen op de status van ‘vader van het huidige curriculum Nederlands op de middelbare school’. Van hem hoorde ik voor het eerst toen hij aan het eind van de jaren zestig als docent aan het Nieuwe Lyceum te Hilversum werd ontslagen omdat hij met zijn leerlingen Remco Camperts verhalenbundel Een ellendige nietsnut had behandeld. Destijds  keek ik daar nogal van op, dat op die schijnbaar vrijgevochten Gooise matras zo’n fuss werd gemaakt over Camperts onschuldige niemendalletjes. Dan mijn school in Middelburg, het deftige Zeeuwse Haagje! Daar droeg de docent Nederlands anno 1964 gnuivend een fragment uit de Reinaart voor waarin de vrouw van de pastoor luidkeels haar beklag doet over de castratie van haar man door Tibeert de Kat. ‘Al ghenase hi van der wonden, hi blivet den soeten spele mat.’
Bij de openbaring van deze ene purperen passage in een gecanoniseerde, maar ook driftig  gecensureerde tekst bleef het niet. Onze leraar klassieke talen liet ons pikante stukken uit de Historiën van Herodotus vertalen, hoe Darius koning werd (met behulp van zijn bronstige en dus hinnikende hengst), en hoe koning Kandaules zo trots was op zijn bloedmooie echtgenote dat hij haar per se in al haar onverhulde glorie aan zijn dienaar Gyges wilde tonen. Bij Tacitus konden we lezen over keizer Tiberius die op Capri ten onder ging aan zijn perverse praktijken.
Alleen onze oude rector hield het kuis. Bezong Homerus hoe Odysseus zich met een aantrekkelijke dame verenigde ‘in het bed en de liefde’, en vertaalden wij dat letterlijk, dan zei dr. Fortgens: ‘Nee man, dat staat er niet. Vertaal gewoon wat er staat: Ze gingen slapen.’
Aan de strapatsen van Tiberius moest ik denken toen ik onlangs I Claudius van Robert Graves herlas en mij vervolgens waagde aan de controversiële, uit 1979 daterende verfilming van keizer Caligula’s leven, met sterren als Malcolm McDowell, Helen Mirren, John Gielgud en Peter O’ Toole. Hard core porno was er niets bij. Zo houd je de klassieken wel levend. Maar dat wist ik al lang, dankzij mijn docenten die zich bij hun verspreiding van de literaire cultuur door geen ouderraad of curatorencollege ook maar een strobreed in de weg gelegd zagen.
Jaap Goedegebuure