gepubliceerd op 1 augustus 2020
Over de jaren heen lezen 29: De verpletterende werkelijkheid

In deze rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.

De verpletterende werkelijkheid

Van pure walging en onvrede met het bestaan slaat een man de hand aan zichzelf. Omdat zelfmoordenaars geen recht hebben op asiel in de hemel, is hij gedoemd om voorgoed te blijven ronddolen in een duister heelal.

Tot zover de schematische plot van het verhaal ‘De verpletterende werkelijkheid’ dat is opgenomen in de gelijknamige bundel. De auteur, J.M.A. Biesheuvel, overleed afgelopen week – ‘na een kort ziekbed’, aldus het persbericht. Het komt niet onverwacht. Sinds steun en toeverlaat Eva Gütlich er niet meer was moet zijn leven flink in het ongerede zijn geraakt.

Biesheuvel vertelde verhalen om zich tegen zijn eigen verpletterende werkelijkheid teweer te stellen. Daarbij was niets hem te dol. Hij liet een brommer op zee rijden en de dieren in de hemel komen, en verbeeldde zich een tragikomedie met Nabokov in de rol van de duivel, Karel van het Reve als God de vader en hijzelf als Diens Zoon. Niet dat het hielp. In ‘De verpletterende werkelijkheid’ lezen we dat de verteller geen steek met zijn verhaal opschiet nu hij steeds wordt gestoord door mensen die hem komen storen. Vluchten in de verbeelding is onmogelijk, het verzinnen en opschrijven van sterke verhalen biedt maar heel even soelaas, en ook de zelfmoord en de waanzin zijn niet de oplossing, want dan ben je definitief overgeleverd aan een ‘angst die zo groot is als de kosmos’, zoals Biesheuvel eens schreef.

In 1997 was Biesheuvel met een aantal andere schrijvers en letterkundigen te gast op paleis Noordeinde, kort voor Koninginnedag. Majesteit Beatrix ontving elk jaar representanten van een bepaald segment in de Nederlandse samenleving, en ditmaal was de literatuur aan de beurt. Na afloop van dit avondje aan het hof bood ik Biesheuvel en Eva een lift aan; hun huis in Leiden lag op de route naar het mijne. In de auto zei hij lang te hebben gesproken met Claus von Amsberg, de ongelukkige prins die net als hij slachtoffer was van de verpletterende werkelijkheid. Ze hadden in elkaar de lotgenoot herkend.

Jaap Goedegebuure