gepubliceerd op 12 mei 2020
Over de jaren heen lezen 6: The Unquiet Grave

In deze nieuwe rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.

The Unquiet Grave

Van veel boeken die je hebt gelezen weet je na enige tijd nauwelijks meer waarover ze gingen. Andere – maar dat zijn er veel minder – hebben sporen getrokken door je bestaan. Als je ze weer eens uit de kast haalt, kun je meteen zeggen waar, wanneer en onder welke omstandigheden je ze voor het eerst las, en wat ze met je deden.

Voor mij is The Unquiet Grave van de Britse schrijver Cyril Connoly zo’n boek. Ik had het bij me toen ik in de herfst van 1989 een week op een afgelegen plek in het Franse departement Dordogne verbleef. Het was daar het weer van alle mensen, om met Gerard Reve te spreken – af en toe een buitje, veel wolken, een mager zonnetje, een flauw briesje.  Bij de buren, een paar honderd meter verderop, wapperde dag en nacht de nationale tricolore, zulks vanwege de al maanden durende viering van tweehonderd jaar Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.

Zelf voelde ik me niet erg feestelijk, eerder vervuld van een gedempte melancholie. The Unquiet Grave paste bij die stemming en versterkte die nog.  Dat lag aan de opzet van Connoly’s boek, een selectie uit de aantekeningen die hij bijhield tijdens de jaren dat Londen bestookt werd door Duitse bommen en hij zelf door een diepe crisis heen ging. Om dat laatste te beklemtonen nam hij de identiteit aan van Palinurus, stuurman op het schip waarmee Aeneas vanuit het in as gelegde Troje richting Italië koerst. Voor die bestemming is bereikt, slaat Palinurus tijdens zijn slaap overboord, spoelt na drie dagen aan bij een weinig gastvrije volkje en wordt daar slachtoffer van een roofmoord. Ook falen is een kunst.

Mits de melancholie niet al te hevig huishoudt kan ze een troost zijn. Zo ook in dit geval. De stuurloze Connoly klampte zich vast aan Epictetus, Pascal, Montaigne, Lao-Tze, Boeddha en andere wijzen, en overleefde. Hij nam zich voor om na de oorlog een boerderij in de Dordogne te kopen, plus een helikopter om er mee tussen Engeland en Frankrijk te pendelen. Dat gaat wel wat ver voor iemand die doende is zich te onthechten, ik geef het toe, maar het past toch mooi bij wat Connoly onder geluk verstond: ‘Happiness is in the imagination. What we perform is always inferior to what we imagine’. Niettemin voelde hij zich geroepen om mij, voor zover ik dat niet al wist, er op te wijzen dat dagdromen bijdragen aan het schuldgevoel.

Jaap Goedegebuure