gepubliceerd op 25 april 2020
Over de jaren heen lezen 1: Der Tod in Venedig

In deze nieuwe rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.

Der Tod in Venedig

In tijden van Corona staat La Peste van Camus, verschenen in mijn geboortejaar, ineens weer op de bestsellerlijst. Niet zo gek natuurlijk, het boek biedt tal van mogelijkheden om aan te knopen bij wat we nu meemaken. Zelf kies ik liever voor Thomas Manns novelle Der Tod in Venedig (1911), door mij voor het eerst gelezen in dezelfde tijd dat ik met de klassieker van Camus kennismaakte. In  de derde van het gymnasium lazen we La Peste klassikaal, in het origineel en onder de hoede van de leraar Frans, meneer Philips. Der Tod in Venedig werd mij aangereikt door de docent Duits, meneer Polak. Die had er slag van om die leerlingen eruit te pikken van wie hij vermoedde dat ze hongerden naar het goede, het ware en het schone. Hij gaf ze boeken uit zijn eigen kast te leen en hoopte dat ze die thuis zouden lezen. Braaf voegde ik me naar zijn advies.

Nu wil het geval dat Der Tod in Venedig handelt over het schone dat niet vanzelf ook het goede is, en dat op een manier die een pijnlijke waarheid blootlegt. Daartoe spiegelt Mann zich in de estheet Gustav von Aschenbach. Diens aanbidding van de efebe Tadzio is voor de auteur, van wie later bleek dat ook hij graag naar rankgebouwde jongetjes loerde, eigenlijk iets ziekelijks. Om dat te illustreren laat hij Aschenbach bezwijken aan de cholera die rondwaart in de sowieso al wegkwijnende lagunestad.

Kreeg ik dit alles wel mee op mijn zestiende? Ik denk het niet. Mijn eerste indruk bleef steken bij de verstikkende moerasdampen waardoor Aschenbach bevangen raakt. De combinatie van  knapenliefde en estheticisme, door Mann neergezet als decadent, kwam me pas goed voor ogen dankzij Visconti’s fameuze film Death in Venice (1971). Door dat filter ben ik Manns verhaal gaan herlezen, keer op keer op keer. Ik heb in de tekst veel meer ontdekt dan Visconti eruit kon halen, en heb daar vaak over gesproken, gedoceerd en geschreven. Der Tod in Venedig is mijn livre de chevet  geworden, zoals de Fransen zeggen. Maar door de jaren heen ben ik ook de film blijven zien. Beter dan het boek is hij niet, slechter evenmin. Hij is anders, en toch hetzelfde. En met de komst van Corona bevestigt hij zijn blijvende waarde, samen met het verhaal van Thomas Mann.

Jaap Goedegebuure