gepubliceerd op 29 juli 2019
Uit de bibliotheek: een Katwijks ooggetuigenverslag van Leendert Buijsertszoon van der Plas

De bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, sinds 1876 ondergebracht bij Universitaire Bibliotheken Leiden, bevat meer dan honderdduizend gedrukte werken, maar ook handschriften, archieven en verschillende deelcollecties. In deze rubriek Uit de bibliotheek belicht een auteur een bijzonder of opmerkelijk object uit de omvangrijke collectie van de MdNL. Voor deze aflevering kiest Leendert de Vink voor de Lijst van woorden en spreekwijzen bij de visschers te Katwijk in gebruik:

Katwijks ooggetuigenverslag van twee eeuwen geleden

Door Leendert de Vink

In 1790 ontving de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde van J.K. Valk een handschrift. Blijkens de begeleidende brief die voor in het handschrift is geplakt bood de schenker hiermee ‘eenige Katwijker vissers-, zeelieden- en anderen woorden en spreekwyzen’ aan, ‘ten dienste van het woordenboek’ dat de Maatschappij in die jaren van plan was uit te geven. Het handschrift werd gecatalogiseerd onder de titel Lijst van woorden en spreekwijzen bij de visschers te Katwijk in gebruik en berust thans onder signatuur LTK 126.

De lezer komt er al snel achter dat het hier niet gaat om een lijst met woorden en uitdrukkingen. De titel van de transcriptie door A. Beets dekt de lading beter: ‘Leven en bedrijf aan boord van een Katwijksche visschersschuit in 1790’. De transcriptie verscheen in het Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en Rijnland voor 1927-1928.

De tekst is een verslag van twee reizen ter visserij: een reis met de vleet, waarmee de vissers op haring vissen, en een reis met het schrobnet, om andere vis te vangen. De verhalen spelen zich af in de achttiende eeuw, in de tijd van de vroege bomschuiten. Een bomschuit is een type platboomd vissersvaartuig dat vanaf het strand de zee op ging. Onlangs is ook ontdekt wie de schrijver van het handschrift is. De verteller die zich in het handschrift Leen Vink noemt, blijkt in werkelijkheid Leendert Buijsertszoon van der Plas (1758-1835) te heten. Vink was zijn bijnaam.

We mogen ons gelukkig prijzen dat de Maatschappij het handschrift nog in bezit heeft. In de jaren na 1790 is het handschrift namelijk nog enige tijd in Deventer en Leeuwarden geweest. Uit het stempel op de eerste bladzijde van het handschrift blijkt dat het deel heeft uitgemaakt van de bibliotheek van de Friese predikant en letterkundige J.H. Halbertsma (1789-1869) te Deventer. Na zijn overlijden erfde de Provinciale Bibliotheek van Friesland te Leeuwarden zijn boekerij. Ongetwijfeld heeft een oplettende bibliotheekmedewerker de ingehechte brief van Valk opgemerkt en er vervolgens voor gezorgd dat het handschrift in Leiden terugkeerde.

Het handschrift is nu ook in boekvorm te bewonderen. Bij Primavera Pers verscheen Aan boord van een Katwijkse bomschuit in de achttiende eeuw. Het handschrift van schipper Leendert Buijsertszoon van der Plas, met een facsimile van het handschrift en een transcriptie en hertaling.