gepubliceerd op 10 juli 2019
Uit het NLM-archief: Jo Zwartendijk beschreven door Top Naeff

Sinds 1983 verschijnt het Nieuw Letterkundig Magazijn, het halfjaarlijkse tijdschrift van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Het blad bevat literaire en historische bijdragen van een –meer of minder– licht wetenschappelijk karakter, waarbij de nadruk ligt op de Nederlandse literatuur. Vanaf volgend jaar zal er jaarlijks naast één papieren nummer ook een digitale editie van het NLM verschijnen.

De jaargangen 1 t/m 33 zijn al gedigitaliseerd en op de DBNL terug te vinden. Om hier nog eens de aandacht op te vestigen duiken de redacteuren van het NLM om de paar weken in het rijke archief van het tijdschrift om er een bijzonder artikel uit te lichten. Dit keer kiest Petra Teunissen echter niet voor een NLM-artikel, maar voor een levensbericht uit ons Jaarboek:

 

Een fijne bijkomstigheid van het lezen van biografieën is de kennismaking met de randfiguren uit het leven van de biografeling. In zijn boek Hannema, museumdirecteur: over kunst en illusie  noemt  Wessel Krul de naam van Jo Zwartendijk (1889-1938), een figuur die mij direct intrigeerde. Gelukkig bracht het Jaarboek van de Maatschappij 1939 uitkomst, met een Levensbericht door Top Naeff. Zwartendijk bleek niet alleen assistente in het Museum Boymans, maar ook kunstcritica, vertaalster en bestuurslid van verschillende (kunst)organisaties in Rotterdam. Zij schreef de roman ‘De overlaat’, ‘met te stillen trom verschenen’ in 1927, die nu helaas zelfs niet in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek te vinden is. Ik moet het voorlopig doen met de woorden van Top Naeff die het boek ‘frisch en warm-geschreven’ vond. Naeff, toch niet altijd zo vleiend, roemde Zwartendijks karakter: ‘Een niet opgelegde, een ingeschapen menschenmin straalde van haar uit, trok menschen en kinderen tot haar, ver over de grenzen gingen haar vriendschappen, en wat in de laatste jaren van haar leven velen van haar buitenlandsche vrienden werd aangedaan, heeft haar aan den lijve doen lijden, zij kon noch de verontwaardiging noch de machtelooze deernis aan.’

Zwartendijks collega bij Boymans, Dirk Hannema, maakte in de oorlog ongelukkige keuzes om te voorkomen dat ‘zijn’ kunstschatten Nederland zouden verlaten. Tijdens de Duitse bezetting liet hij zich 1943 in het schaduwkabinet van Anton Mussert  benoemen tot Gemachtigde voor het Museumwezen. Jo Zwartendijk heeft dat niet meer hoeven aanzien: zij stierf in 1938. Bij de herdenkingsdienst in 1939 werd ‘haar lieve gedachtenis ter eere’ het bronzen beeld ‘Karyatide’ van Auguste Rodin aangeboden aan het bestuur van het Museum Boymans. Het bevindt zich nog steeds in de collectie van het Rotterdamse museum.

Lees hier het Levensbericht van Jo Zwartendijk door Top Naeff.