gepubliceerd op 30 mei 2018
Dames in Data: Els Witte – 2016

In mei 2018 herdenkt de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde dat 125 jaar geleden vrouwen werden toegelaten tot de Maatschappij. Al eerder waren er ereleden benoemd, zoals Geertruida Bosboom-Toussaint in 1870, maar in 1893 werden de eerste dertien talentvolle vrouwen ‘gewoon lid’. Om de paar weken kunt u op deze website een blog verwachten over memorabele momenten in de literaire vrouwengeschiedenis. Vijfentwintig talentvolle vrouwen met een belangwekkende inbreng in de letterkunde, taalkunde of geschiedenis krijgen zo een digitaal monument. Deze keer Niek van Sas over Els Witte:

Een strijdbaar rolmodel

2016: Els Witte wordt erelid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde

Door Niek van Sas

Sinds zaterdag 26 mei 2018 zijn er vijf vrouwelijke ereleden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De Belgische historica prof. dr. Els Witte, geboren in 1941, was enkele jaren het enige vrouwelijke erelid. Zij werd op 17 september 2016 gelauwerd.

Els Witte heeft op vele terreinen haar sporen verdiend en is een rolmodel voor vrouwen in al die sferen waar ze actief is geweest. Allereerst heeft ze een – buitengewoon succesvol – academisch carrièrepad gevolgd, opgeleid aan de Rijkuniversiteit Gent (leermeester Jan Dhondt). Maar ze was toch vooral werkzaam als hoogleraar politieke geschiedenis (emerita sedert 2007) aan de Vrije Universiteit Brussel, waarvan ze bovendien jarenlang rector is geweest (de eerste vrouwelijke rector van Vlaanderen) en thans ere-rector is. Op alle drie domeinen van het academisch bedrijf – onderwijs, onderzoek en bestuur – heeft Els Witte zich nadrukkelijk gemanifesteerd. Ze heeft altijd onderwijs gegeven en doet dat ook met plezier: ze legt graag uit hoe de wereld (en dan in het bijzonder de Belgische wereld, een vak apart) in elkaar steekt. Maar doceren heeft publiceren bepaald niet in de weg gestaan: het aantal publicaties, artikelen, boeken dat zij op haar naam heeft staan, is indrukwekkend. De lijst blijft maar groeien en demonstreert haar veelzijdigheid als een pur sang historische vakvrouw met een grote politiek-maatschappelijke betrokkenheid.

Politieke geschiedenis

Binnen het ruime kader van de politieke geschiedenis van België heeft ze zich gewaagd aan tal van thema’s: inderdaad de hardcore politieke geschiedenis, te beginnen met haar dissertatie over de machtsstrijd in de belangrijkste Belgische steden na de Belgische Opstand, veel over de onontkoombare taalkwestie en zeker hoe die zich in en rondom Brussel, in de Brusselse rand, heeft gemanifesteerd en nog manifesteert, parlementaire geschiedenis, pers- en mediageschiedenis, vrijdenken en vrijmetselarij (kritisch bezien, zegt ze er zelf erbij), maar ook de abortusstrijd en de geschiedschrijving in het naoorlogse België op het snijvlak van ideologie en politiek.

Witte behoort nog tot de generatie voor wie de Nederlands-Belgische wetenschappelijke contacten vanzelfsprekend en deels geïnstitutionaliseerd waren en heeft die collegiale en vriendschappelijke relaties ook steeds onderhouden. Ze kent Nederland, de Nederlanders en de Nederlandse historici dan ook goed. In het verlengde van haar proefschrift heeft ze zich altijd zeer geïnteresseerd voor het Verenigd Koninkrijk van Willem I. Aan haar werk daaromtrent heeft zij onlangs een indrukwekkend vervolg gegeven in Het Verloren Koninkrijk (2014), waarin zij het fenomeen van het Belgische ‘orangisme’ onderzoekt dat zich jarenlang hardnekkig heeft verzet tegen de revolutie en de nieuwe Belgische staat. Geschreven vanuit de bronnen (niet in de laatste plaats de documenten in het Koninklijk Huisarchief in Den Haag) vormt dit een in veel opzichten verrassend correctief op de nationalistische Grote Verhalen van zowel België als Nederland, waarvan de historische implicaties in die standaardvertogen nog dieper moeten doordringen.

Gedreven en strijdbaar

Wie de persoonlijkheid van Els wil typeren krijgt kwalificaties te horen als: klein maar vinnig, gedreven, strijdbaar, zeer betrokken bij haar eigen ‘parochie’, maar ook zeer kritisch als het moet, oprecht geïnteresseerd in anderen en andermans werk, zelfbewust maar altijd bereid om te leren en nieuwsgierig, zoals een goed historicus betaamt.

Ook buiten de academie heeft Witte haar sporen verdiend, getuige slechts haar voorzitterschap van de BRT in de jaren 1988-1994. Het verbaast dan ook niet dat haar naast veel academisch eerbetoon ook een nog hogere onderscheiding ten deel is gevallen: zij mag zich sinds 1998 barones Witte noemen (wapenspreuk: Memoria constans). Maar, wars van gewichtigdoenerij, kan zij al deze huldeblijken ook weer met een karakteristieke glimlach relativeren.  Toen ze een keer de lift van het BRT gebouw moest delen met een aantal stampvolle postzakken en nieuwsgierig informeerde voor wie al die post dan wel bestemd was, luidde het antwoord: voor Samson, de langharige, sprekende hond uit de populaire kindersoap Samson en Gert. Op zo’n moment kent ook de voorzitter van de BRT haar plaats.

Verder lezen

Voor een thematische bibliografie t/m 2007 zie Guy Vanthemsche, Machteld De Metsenaere en Jean-Claude Burgelman (red.), De Tuin van Heden. Dertig jaar wetenschappelijk onderzoek over de hedendaagse Belgische samenleving. Een bundel studies aangeboden aan professor Els Witte naar aanleiding van haar emeritaat. Brussel, 2007, p. 593 ev.