In mei 2018 herdenkt de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde dat 125 jaar geleden vrouwen werden toegelaten tot de Maatschappij. Al eerder waren er ereleden benoemd, zoals Geertruida Bosboom-Toussaint in 1870, maar in 1893 werden de eerste dertien talentvolle vrouwen ‘gewoon lid’. Om de paar weken kunt u op deze website een blog verwachten over memorabele momenten in de literaire vrouwengeschiedenis. Vijfentwintig talentvolle vrouwen met een belangwekkende inbreng in de letterkunde, taalkunde of geschiedenis krijgen zo een digitaal monument. Deze keer Greta Noordenbos over Annie Romein-Verschoor:
1990: Mieke Bal houdt de eerste Annie Romein-Verschoorlezing
Door Greta Noordenbos
De Universiteit Leiden organiseert sinds 1990 de Annie Romein-Verschoorlezing, die jaarlijks op 8 maart ter viering van Internationale Vrouwendag wordt gehouden. Â De naamgeefster van deze lezing is de historica en letterkundige Annie Romein-Verschoor, die studeerde en promoveerde in Leiden. Â Haar biografie maakt duidelijk waarom juist zij is gekozen tot boegbeeld van een kritisch feministische stroming binnen de Leidse universiteit.
Annie (Anna Helena Margaretha) Verschoor werd in 1895 geboren in Nijmegen als dochter van Jan Verschoor (marine officier) en Anne Brakke (onderwijzeres). In de eerste elf jaar van haar leven is ze vanwege het werk van haar vader vele malen verhuisd. Van 1906 tot 1910 woonde het gezin in Soerabaja, waar Annie in 1910 haar eerste verhaal ‘De val van Amandus Stutzman’ publiceerde in de Nieuwe Soerabaja Courant, onder het pseudoniem Alva-Betha. Er zouden nog vele publicaties volgen. In Soerabaja ging Annie naar de HBS, die ze in 1911 in Nederland voltooide in Den Helder.
In 1914 ging ze Letteren studeren aan de Rijksuniversiteit Leiden, waar ze o.a. colleges volgde van de roemruchte filosoof Bolland en de bekende historicus Johan Huizinga. Tijdens haar studietijd publiceerde zij in de periode 1915 -1920 een dertigtal artikelen in het studentenblad Minerva. In 1921 deed zij haar doctoraalexamen in de Nederlandse letteren. Nog voor het afronden van haar studie trouwde ze in 1920 met Jan Romein (1893-1962), die later een bekende historicus zou worden. Ze kregen vrij snel achter elkaar drie kinderen: Jan Erik (1921-1995), Bart Joost (1923-1991) en Annelies (1925-2007), die later een bekende fotografe werd en o.a. de foto’s van haar moeder heeft gemaakt. De zorg voor de kinderen kwam min of meer als ‘vanzelfsprekend’ neer op Annie, die daarover schreef als ‘dubbele roeping’ van de vrouw. Pas toen de kinderen zelfstandiger waren, kon Annie Romein-Verschoor meer tijd besteden aan haar onderzoek. Zo publiceerde zij in 1928 haar eerste boek Aan de Oedjoeng. Dit meisjesboek speelde zich af op Java.
Voor Annie en Jan Romein had de Russische Revolutie in 1917 grote invloed op hun maatschappijvisie. Ze verdiepten zich in het marxisme en werden later lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). In 1937 stapten ze echter uit de CPN uit onvrede met de stalinistische processen in Rusland.
Op 40-jarige leeftijd promoveerde Annie Romein-Verschoor in 1935 bij Albert Verwey aan de Rijkuniversiteit Leiden op een proefschrift getiteld De Nederlandse Romanschrijfster na 1880. Een literair sociologische studie. Later werd haar dissertatie gepubliceerd onder de titel Vrouwenspiegel. Hierin geeft ze een kritisch overzicht van de vele vrouwelijke schrijvers die zich, mede beïnvloed door de eerste Feministische Golf, op het literaire pad begaven. De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde beloonde haar daarvoor in 1937 met de Dr. Wijnaendts Francken-prijs.
In 1934 schreef Annie samen met Jan Romein het bekende geschiedenisboek De lage landen bij de zee. Een geschiedenis van het Nederlandse volk vanaf 1100 tot 1945. Dit werd een standaardwerk dat vele geactualiseerde herdrukken kreeg. Hierna verscheen in de periode 1938- 1940 het uit vier delen bestaande werk Erflaters van onze beschaving. Nederlandse gestalten uit zes eeuwen, van de eerste regent Philips van Leiden (1325-1382) tot de dichter Herman Gorter (1864-1927). Ook dit werk werd vele malen herdrukt en staat bekend als De Erflaters.
Politiek bleef Annie Romein-Verschoor links georiënteerd, wat ook duidelijk blijkt uit haar lidmaatschap van de antifascistische Bond van Kunstenaars ter verdediging van Kulturele Rechten. Ze was actief in het in 1936 opgerichte Comité van Waakzaamheid, dat Nederlanders waarschuwde tegen het opkomend Nazisme in Duitsland. Ook schreef ze een brochure over hulp voor Spanje, dat destijds gebukt ging onder het fascisme. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest ze diverse malen onderduiken en werkte ze mee aan het illegale blad De Vrije Kunstenaar.
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Annie Romein-Verschoor bekendheid als publiciste en schrijfster, onder meer in Vrij Nederland, waarbij de positie van vrouwen een centraal thema vormde. Hoewel nog altijd links georiënteerd nam ze in de Koude Oorlog duidelijk stelling tegen de Russische inval in Hongarije in 1956 en bekritiseerde ze de idealisering van het proletariaat. Annie en Jan ondersteunden de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië. Na een bezoek aan Indonesië publiceerde ze in 1953 Met eigen ogen. Heugenissen van een Indonesische reis.
Nadat Jan Romein in 1962 overleed, heeft ze zijn levenswerk Op het breukvlak van twee eeuwen gereed gemaakt voor publicatie in 1967. Annie Romein-Verschoor publiceerde haar eigen memoires in het bekende boek Omzien in verwondering (1970-1971). In 1970 ontving zij de Constantijn Huygensprijs voor haar gehele oeuvre.
Op latere leeftijd woonde Annie Romein Verschoor in het Rosa Spierhuis in Laren. Ze bleef een scherp oog houden voor de sociale verhoudingen en de manier waarop de samenleving omging met oudere mensen. Dit motiveerde haar tot het schrijven van de essaybundel Ja vader, nee vader (1974). Opvallend was dat ze tot op hoge leeftijd bleef schrijven met een kritische blik op de samenleving. Ze heeft een bijzonder gevarieerd oeuvre achtergelaten. Annie Romein-Verschoor overleed op 2 februari 1978 op 84-jarige leeftijd. Die dag werd een reeds gepland programma over haar uitgezonden op de televisie.
In 1951 hield Annie Romein-Verschoor aan de Rijksuniversiteit Leiden de diesrede onder de titel ‘Man en vrouw’. Vanaf 1972 was zij medewerkster van het feministische maandblad Opzij. Sinds haar overlijden in 1978 reikt Opzij tweejaarlijks de Annie Romein-Verschoor prijs uit. Dit is een oeuvreprijs voor schrijvers die zich hebben ingezet voor de vrouwenemancipatie. Voor de jaarlijkse Annie Romein-Verschoorlezing nodigt de Universiteit Leiden altijd bijzondere vrouwen uit. Van politici en filosofen tot wetenschapsters uit allerlei disciplines en landen. De eerste lezing, van Mieke Bal in 1990, was getiteld ‘Over haar lijk: waarheid, wetenschap en cultuurverschil’. Afgelopen 8 maart sprak Jet Bussemaker, oud-minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, over ‘De Nederlandse vrouw: bakfietsmuts of gelukkig deeltijdmens?’ Deze brede en internationale kijk op ‘de vrouw’ past uitstekend bij de interesses en de levensloop van Annie Romein-Verschoor.
Elias van der Plicht schreef het lemma over Annie Romein-Verschoor in de DVN. Enkele Annie Romein-Verschoorlezingen zijn integraal terug te lezen op de website van de Universiteit Leiden.