Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over In de bijvoetbossen van Tomas Lieske:
We gaan terug naar de zestiende eeuw in de nieuwe bundel van Tomas Lieske (1943), In de bijvoetbossen. Het is een ietwat vreemde zestiende eeuw, er wordt ‘afgesproken te hiphopdansen voor de ark’ en men leest gedichten van Astrid Lampe en Piet Gerbrandy. Ahistorische historische gedichten dus. De dichter kijkt terug op zijn eigen bestaan: ‘Toen wij jong waren en roekeloos/ en onze eigen wetten toepasten zonder te wachten’. Maar vooral volgt hij het bestaan van Charlotte de Bourbon (1547-1582), de derde echtgenote van Willem van Oranje.
Waarom deze vermenging? In een noot legt hij uit: ‘De straten uit mijn jeugd draaiden om een pleintje dat naar Charlotte de Bourbon is genoemd.’ Bij een vergisbombardement door de Engelsen werd dat pleintje in Den Haag zwaar getroffen. Zo ontstond ‘een ideaal speelterrein’, begroeid met bijvoet. De naam was een begrip: ‘Charlotte de Bourbon is mijn kindertijd’. Zijn jeugd oproepen is haar oproepen, zoiets. Allerlei details over Sjalotte, milady Charlotte, of hoe ze ook wordt aangeduid, kloppen in de gedichten, maar ze zijn van uitbundige Lieske-franje voorzien. Hij hangt graag slingers op, versieringen als ‘sardien mij/ besproei daarna mijn bijzondere percelen’.
Biografie met fantasie, het is een aantrekkelijke manier om het tragische leven van Charlotte te beschrijven. Via een tussenpersoon vraagt Willem haar ten huwelijk. Een bruidsschat is er niet: ‘je vader viel liever dood dan geld te geven’. Wél is er echte liefde, ondanks de wantsen in het hemelbed, die ‘knauwen tot stoofvlees mijn dijen’. Zij verzorgt haar man na een zoveelste aanslag: ‘ik scheer zijn wonden, raap de verdwaalde kogels’. Zo raakt zij uiteindelijk zelf gesloopt en sterft ‘een heldendood’.
Ook na haar dood is zij niet veilig, haar grafsteen in Antwerpen wordt ‘door beledigde roomsen verwijderd’. Inmiddels drijft ze bij Lieske ‘als poëziewolk verder’. Een poëziewolk die je bedwelmt. Een ode aan de jeugd, een loflied op Charlotte, maar In de bijvoetbossen hoor je vooral applaus voor welige woordkunst: ‘zing in wolken/ loof in klank dans het ritme het wentelt dank’.
Mario Molegraaf
In de bijvoetbossen. Gedichten over Charlotte de Bourbon, Querido, paperback, 72 pag., € 19,99
ISBN: 9789025319366
