gepubliceerd op 2 augustus 2025
Poëzie van nu 126: ‘Het overschot’ van Annemarie Estor

Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Het overschot van Annemarie Estor:

Annemarie Estor (1973) had Het overschot beter ‘Openbaring 23’ kunnen noemen. Het is een eigenzinnige voortzetting van dan wel variant op het laatste Bijbelboek, daarover ben ik zeker. Minder zeker ben ik in mijn oordeel over de bundel. Toen ik het lange gedicht ’s avonds las, een glas wijn erbij, leek het me stralende poëzie. De volgende ochtend, kopje espresso ernaast, vond ik het duistere bombast. ‘De boomklevers zingen kerstliederen van halleluja,’ dat soort volgepropte maar in feite lege regels.

‘Ik geloof,’ zegt de hoofdpersoon graag, Sandy is de naam. Zijn credo is nogal bijzonder: ‘Ik geloof/ in de klapwiekende uitbraak/ van het verdrukte verlangen’. Hij belijdt ook: ‘Ik geloof/ in een welige ravage/ en in stuifmeel overal’. Dingen waarbij ik me, zelfs in espressostemming, iets kan voorstellen. Maar hij gelooft ook ‘in wilde raftings van feromonen’ en ‘in de klimmende vlucht/ van de geur van de sniper in de chromosfeer’. Die sniper, een sluipschutter dus, is een belangrijk personage in deze apocalyptische poëzie. De toon is ronduit agressief: ‘sigaret bij de gasfles,/ drie keer omkijken,/ grendel erop’.

Het gaat in Het overschot niet goed met de wereld, met de maatschappij. Verontrustend genoeg ligt de fantasie van de dichteres dichtbij de herkenbare realiteit: ‘Het was de koorts die alles had opgehitst/ Die smeulde in trappenhuizen en appgroepen’. We zijn, lijkt het soms, slechts een paar stappen verwijderd van een fatale omslag, van ‘het krieken/ van de nieuwe oude wet’.

Annemarie Estor zorgt voor dreiging door verwijzingen naar complotten ‘van satanisten die handelen in zilverpapier’ en investeerders die ‘pakken, grijpen, graaien, plukken’. De eindtijd lijkt aan te breken, en brengt die door de hand van de sniper ‘met zijn sereen geschut’ vernietiging dan wel verlossing? Het overschot eindigt met dit toekomstvisioen: ‘Wat bleef, dat was/ het vagen van vitrage,/ een vlaag saffraan,/ misschien propaan,/ en laat nog/ een herinnering aan taal’.

Avontuurlijke poëzie voor het avonduur, maar in het ochtendgrijs besef je dat ook Openbaring 1 tot en met 22 zware, maar loze waarschuwingen bood.

Mario Molegraaf

Het overschot. Een gedicht, Wereldbibliotheek, paperback, 80 pag., € 24,99
ISBN: 9789028453845

Secret Link