gepubliceerd op 29 april 2024
Poëzie van nu 80: ‘Ommouw me’ van Ted van Lieshout

Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Ommouw me van Ted van Lieshout: 

Sokken spreken. Hemden hopen. Truien tieren. Praten over kleren en pratende kleren, Ted van Lieshout (1955) vult er een hele bundel mee. Elke woensdagavond als ik bij mijn grootouders in Waalwijk was, daagde ook tante Willy op. Ze had weer eens kleren gekocht, tassen vol, en raakte daarover niet uitgepraat. Mijn opa duldde het, vijf minuten, tien minuten, een kwartier. Maar dan werd ze het huis uitgeduwd, nog even bonkte ze op de dichte deur, om daarna naar Drunen terug te fietsen. De volgende week was het gewoon weer hetzelfde verhaal. Misschien is dat de reden voor mijn haat jegens kledingpraat en ga ik liever voor iets ingewikkelds naar de tandarts dan een klerenwinkel binnen te lopen.

Ted van Lieshout is juist een kledingfanaat. Hij bewaart afgedankte kleren, van hemzelf, maar ook van zijn overleden broer en vader, zegt hij in het nawoord van Ommouw me. ‘Die kleren zijn eigenlijk een gedicht waaruit iemand verdwenen is,’ meent hij. Een boeiend idee. Het boek waartoe dat leidde, ziet er prachtig uit. Met kleurrijke foto’s van kleding, maar dan in plaats van een wasvoorschrift van tekst voorzien: ‘Reik me aan/ Trek me aan/ Rek me uit/ Hoe vind je me/ staan?’

Drie te krap geworden shirts verzinnen een smoes. ‘Hij werd te dik,’ zegt een brutaaltje. ‘Nee, zeg dat niet!’ vermaant nummer twee. De laatste heeft genade: ‘Zeg dat wij gekrompen zijn in de was.’ Er zijn zeven spijkerbroeken die snakken naar seks: ‘Kom/ streel me/ steel me/ speel me/ sleep me’. Afgedankte kleren beklagen zich. De dichter voelt zich schuldig tegenover zijn gymbroek: ‘hij won nooit,/ omdat ik erin zat.’

Alle voorwaarden lijken aanwezig voor een fantastische thematische dichtbundel. Simpele kleding leidt tot haute couture poëzie, zoiets. Maar helaas. Ted Lieshout schiet te kort als het om uitwerking en afwerking gaat. Er zijn zelfs ronduit duffe gedichten als ‘Boer’, ‘Mango’, ‘Een broer die aan me denkt’. Net als mijn opa verlies ik mijn geduld. Zo mag je hooguit een kwartier, tien minuten, vijf minuten redeneren over kleren. Zwembroek zwijg!

Mario Molegraaf

Ommouw me. Gedichten & portretten van kleding en schoeisel, Leopold, gebonden, 96 pag., € 19,99
ISBN: 9789025884154