gepubliceerd op 28 februari 2024
Poëzie van nu 74: ‘Marshmallow’ van Simone Atangana Bekono

ass="alignnone size-full wp-image-15691" src="https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/01/Bekono-marsh.jpg" alt="" width="995" height="1200" srcset="https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/01/Bekono-marsh.jpg 995w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/01/Bekono-marsh-249x300.jpg 249w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/01/Bekono-marsh-849x1024.jpg 849w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/01/Bekono-marsh-124x150.jpg 124w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/01/Bekono-marsh-768x926.jpg 768w" sizes="(max-width: 995px) 100vw, 995px" />

Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Marshmallow van Simone Atangana Bekono:

Simone Atangana Bekono (1991) heeft snel naam gemaakt met haar proza en poëzie. Ook al noemde zij haar nieuwe dichtbundel Marshmallow, verwacht vooral geen zoet, zacht snoepgoed. Het gaat er in deze gedichten juist ademloos, agressief aan toe. Liefde misschien, maar dan in een harde variant: ‘liet de teugels los/ drukte je tegen de dode stronk en zoog het beest uit je/ beest uit een sterke arm van stank.’ Iemand met ‘mijn wimpers op tepelhoogte/ verticale overmacht’ voelt zich een ‘figurant in fetisjfantasieën/ maar wiewiewie/ wiens dan?’ In het openingsgedicht beweert een personage tucht te missen, en dan vooral ‘dat krakende verwachtingsvolle/ van het knielen’.

De lust van de pijn, de pijn van de lust, het verlangen naar zweep en boeien. ‘Het spel was heel wreed,’ lezen we ergens. Zelfs worden – ik zie deze erotische vertoning niet helemaal voor me – ‘hele metalen kunstwerken’ uit een navel getrokken. Maar een enkele keer zijn de verhoudingen ‘echtpaarachtig’. Of eigenlijk waren: in dit heftige dichtwerk wordt teruggeblikt op een liefde die tot het verleden behoort. Vanuit heel verschillende gezichtshoeken, er spreken twee personages, er klinken twee elkaar bestrijdende stemmen. Dat wordt aangegeven in de typografie, met rechts uitgelijnde tekst, links uitgelijnde tekst en gecentreerde tekst. De rollen zijn meestal overzichtelijk verdeeld, maar soms schieten de afwijkend opgemaakte teksten snel heen en weer, waardoor wervelende dialogen ontstaan. ‘Ik sprak zondes in je oor,’ hoor je dan bijvoorbeeld van rechts. ‘Ik lach van oor tot oor,’ echoot het van links.

Dit alles speelt zich af in een niet bijster idyllisch decor: ‘Laat roest groeien op de buitenmuren doornen in/ het sleutelgat wespennest rond deurscharnier.’ Poëzie van de galerijflat in plaats van de villawijk. Poëzie zonder bloemenparfum, maar met ‘geur van oud frituur’ dan wel reuk van ‘een abattoir/ omdat er opengesneden/ uitgestort te bederven ligt.’ Maar wel degelijk poëzie, geil, griezelig en grillig, onbehaaglijk, onvatbaar en onnavolgbaar. Met vragen die de lezer belagen: ‘wie was de vrouw zonder hoofd/ die ’s nachts door de stad spookte?’

Mario Molegraaf

Marshmallow, De Arbeiderspers, paperback, 80 pag., € 18,99 
ISBN: 9789029545020