gepubliceerd op 20 januari 2024
Poëzie van nu 70: ‘Mond vol dobbelstenen’ van Tonnus Oosterhoff

Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Mond vol dobbelstenen van Tonnus Oosterhoff:

Wie heeft de hoogste koorts, de dichter of de lezer? De thermometer onder mijn tong wijst 38,8, blijkbaar de optimale temperatuur om open te staan voor Mond vol dobbelstenen, de nieuwe dichtbundel van Tonnus Oosterhoff (1953). Zijn poëtische erupties vloeien over in mijn ijluitbarstingen, alsof hij ingeeft wat ik me verbeeld. Hij staat nooit met de mond vol tanden, al helemaal niet nu tanden zijn vervangen door dobbelstenen, het instrument van de gokker. Worden het allemaal enen of allemaal zessen, of iets daar tussenin?

Je kunt het niet regelen, en wie weet laat de dichter daarom een ordening van zijn bundel achterwege. Gedichten lopen in elkaar over, een inhoudsopgave ontbreekt, als om te onderstrepen dat de poëzie even grillig, willekeurig, onvoorspelbaar is als het werpen van de dobbelstenen. Of, ben ik geneigd te zeggen, als je dromen bij 38,8, niet te besturen mengeling van realiteit en fantasie. Waarbij sommige flarden terugkeren, ook in deze gedichten. ‘Vissen voelen geen pijn./ Koeien gedijen in brandende zon./ Mensen slachten humaan./ Jou zie ik graag ongelukkig,’ schrijft Oosterhoff op pagina 42. Om deze aaneenschakeling van onwaarheden op pagina 60 te herhalen, het werk van de dobbelstenen.

En de dichter? Die hangt er een beetje bij, net zo’n speelbal als de koortsdromer. Hij duikt even op, als een cameo in een film: ‘Peter, Feliks, Lavrenti, Paul. Tonnus,/ de dichter die tekst van rook maakt/ en rook van namen en woorden’. De namen uit dit namenrijtje keren soms terug, in Paul herkennen we Paulus: ‘Het Nieuwe Testament gaat vooral/ over Paul die het christendom stichtte./ De Evangeliën zijn van na Paul,/ die goddank na Jezus kwam.’ Er is meer christendom in deze gedichten, zelfs een koortsachtige visie op de kruisiging: ‘edik/ argeloos zwaarlijvig/ een natte winter lang/ onderschot/ in de tissue spuiten/ wankel/ lansschacht/ lama sabachtani/ lycra lurex luster dust/ schoonmaakazijn.’

Mond vol dobbelstenen biedt stof tot nadenken, niet alleen als de thermometer 38,8 aangeeft. Vooral tot nadenken over de dunne grens tussen waan en werkelijkheid, tussen ijlen en inzicht. Hoe dun? Oosterhoff dobbelt de juiste woorden: ‘Wat scheelt het?/ Een velletje vershoudfolie.’

Mario Molegraaf

Mond vol dobbelstenen, De Bezige Bij, paperback, 72 pag., € 21,99 
ISBN: 9789403130699