gepubliceerd op 10 oktober 2023
Poëzie van nu 60: ‘Brandende kevers’ van Tomas Lieske

Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Brandende kevers van Tomas Lieske:

Auteurs zijn zelden goede critici van eigen werk. Dus sloeg ik een beetje angstig Brandende kevers op, het boek waarvoor Tomas Lieske (1943) een keuze maakte uit eigen poëzie. Hij handhaafde 154 gedichten, veelzeggend getal, zie Shakespeare, kijk naar Kavafis. In een verantwoording neemt de dichter afstand van zijn eerste drie bundels: ‘veel gedichten die bij herlezing in mijn ogen tekortschieten’. Gelukkig zette Lieske geen streep door mijn favoriete Lieske-gedicht. Met een paar ondergeschikte wijzigingen blijft ‘De wous van Emmaüs’ staan, een gedicht uit de top-tien van gekste Nederlandse gedichten. En de poëzie van Tomas Lieske is – anders dan zijn romans – altijd een beetje maf.

Hij kijkt al zijn hele poëtische carrière waar andere dichters zelden kijken. Desnoods recht in de zon: ‘met wiens hulp de lust sprongsgewijs toeneemt/ de geile gedachten warme klauwen uitstrekken naar de veel te korte jurken.’ Of anders naar een jonge moeder bij de frituur, naar de trommels in een wasserette, naar de automaten in een gokpaleis, naar een ‘snackbarmeisje’ in ‘kleurig zomers’. Wie weet houdt het verband met zijn achtergrond. Hij heeft gewerkt voor zijn vader, ‘heer van lak/ en grondverf, meester van dit schildersbedrijf’. De reeks gedichten daarover is in Brandende kevers drastisch overgeschilderd. Maar hij herdenkt zijn vader ‘als oude goochelaar’, zoals hij zijn moeder herdenkt vanwege haar ‘kolenbrandersgeloof’. Een eenvoudig geloof met ‘een stampvolle hemel waar als bij een receptie/ te veel mensen waren genodigd zonder dat er ruzie ontstond’.

Over geloof gesproken: voor een goed begrip van ‘De wous van Emmaüs’ is het nuttig Lukas 24 en een woordenboek van het plat Haags bij de hand te hebben. Jeruzalem verandert in het gedicht in Den Haag, Emmaüs wordt Kijkduin, of in de taal van de dichter ‘Kekduin’. De hoofdpersoon denkt aan zijn verongelukte geliefde, met ‘de gulle spatsies van een godin’. Is er voor haar geen wederkomst mogelijk, net zoals ‘Spijkermans na drie zwarte dagen uit de lawaaie dood’ opstond? Spijkermans! Eerbied kent de dichter niet, en zo lijkt in deze 154 gedichten de 80-jarige Lieske eeuwig 16 jaar.

Mario Molegraaf

Brandende kevers. 154 gedichten – een keuze uit eigen werk, Querido, paperback, 168 pag., € 20,– 
ISBN: 9789021485652