gepubliceerd op 19 december 2022
Poëzie van nu 31: ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’ samengesteld door Tsead Bruinja

Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie. 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu samengesteld door Tsead Bruinja:

Bloemlezingen, je hebt ze van verlept tot uitgebloeid, van onnodig tot overbodig. Maar Tsead Bruinja houdt met De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie. 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu je aandacht vast van a tot z. O nee, van z tot a, de omgekeerde alfabetische volgorde, om te benadrukken dat hij het perspectief op de poëzie wil veranderen. Gedichten van nieuwkomers in ons land, gedichten uit verre delen van het Koninkrijk, ongewone gedichten in gewoon Nederlands, maar ook in andere talen vanaf Achterhoeks tot en met Arabisch.

Een nieuwe blik op ‘onze’ dichtkunst. Alleen mag Vlaanderen niet meedoen van Bruinja, Dichter des Vaderlands geweest, ‘van Nederland (…) en niet van België,’ zoals hij in zijn nawoord uitlegt. Zeeuws-Vlaanderen is wél vertegenwoordigd, met een gedicht ‘Zuuzande’ (Zuidzande) van Frank Tazelaar, door de poëet zelf vertaald. Ik dacht de Zeeuwse literatuur te kennen, maar Tsead Bruinja verrast met zijn keuze daaruit. Zo koos hij van Marien Stroo een mooi sonnet, waarin iemand naar het graf van zijn opa gaat, een boer: ‘Ie kweêkte nooit vò luxe mae vò broôd.’ Daarom neemt de bezoeker in plaats van een boeket een schepje mee, zodat hij op het graf een aardappel kan poten.

Jan Zwemer, wéér een Zeeuw, opent het dwarse overzicht met een gedicht over een dwarse man. Menigeen zal zich afvragen: wie is dat eigenlijk, wie is Jan Zwemer, wie zijn de anderen achter deze gedichten? Onbevredigend genoeg krijg je zelden antwoord op deze vraag. In het nawoord heeft Bruinja het vooral over zichzelf. Hij begon zijn dichterlijke loopbaan met het schrijven van een Engelse songtekst, veel later kwam het Nederlands, en nog weer later het Fries, zijn ‘memmetaal’.

Kijken waar de gemiddelde Nederlandse dichter niet kijkt, dat lijkt het devies. Kijken waar bijvoorbeeld Arie de Viet kijkt. Hij neemt de lezer mee naar Tholen, naar Sint-Maartensdijk ofwel Smurdiek, en in die plaats naar ‘het smalste slopje’. Een bloemlezing in volle bloei, een poëtische opstand vanuit provincie en buitengewest.

Mario Molegraaf

De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie. 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu. Samenstelling en nawoord door Tsead Bruinja, Uitgeverij Querido, paperback, 280 pag., € 22,99
ISBN: 9789021436937