gepubliceerd op 17 juni 2022
Poëzie van nu 14: ‘De spronglaag’ van Esther Jansma

Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over De spronglaag van Esther Jansma.

Oren open! Of misschien toch beter dicht. Laatst liet ik mijn oren uitspuiten, met geweldig resultaat, drie bakjes vol oude proppen en een nieuwe wereld van indrukken. Toch verlang ik soms naar mijn geluiddempers, want wat klinken veel stemmen hard en naar. Zij het nooit zo naar als wat Esther Jansma (1958) beschrijft in De spronglaag: ‘Stel je het geluid voor van een paar misthoorns en voeg daar de sirene van een ambulance aan toe. Vermeng het met de herrie van een luchtcompressor die een diamantzaag aandrijft en maak dat geluid in je hoofd permanent: zó was het om binnen gehoorsafstand van Lilly op te groeien. Er was geen gaatje stilte om een woord in uit te brengen’.

Lilly (je denkt onvermijdelijk aan de duivelse Lilith), ook wel als ‘de brulkikker’ aangeduid, is niet alleen in auditief opzicht agressief. Een zeemeermin verdwijnt bij haar zonder meer in de vissoep. Opgroeien bij Lilly, dat betekent tactvol de klappen ontwijken en wachten tot het overgaat. Of eigenlijk gaat het nooit over, Lilly wekt eeuwige trauma’s op. Die de vertelster (‘ik groeide op in een piratenschip’), met in haar kielzog Esther Jansma zelf, in De spronglaag probeert te verwerken.

De spronglaag in het water scheidt twee lagen met verschillende temperatuur en dichtheid. Bij Jansma verwijst het woord ook naar andere scheidslijnen. Zoals die tussen poëzie en proza, beide genres worden in de bundel bedreven. En naar de grenzen tussen fictie en feit, tussen biografie en literatuur. De dichteres graaft in het eigen verleden en dan kruipen giftige monsters uit de grond. Hoe die te temmen? Ze levert in De spronglaag een gebruiksaanwijzing: ‘De waarheid is een koud bad en dat vraagt om techniek’.

De schrijfster was zelf de zeeroversdochter en deze literatuur is een poging tot ‘erkenning van het misbruik en de ultieme annihilatie van de dader’. Ze zwemt, ze zinkt, ze zingt zich ‘naar het einde van honger’, naar bevrijding, naar verlossing. Pleisters plakken op een ongeneeslijke wond. Je zou je oren voor deze trieste historie willen dichtstoppen, maar Esther Jansma roept wanhopig: open, open, open.

Mario Molegraaf

De spronglaag, Uitgeverij Prometheus, paperback, 72 pag., € 20,-
ISBN: 9789044650211