Op 24 september aanstaande vindt in de binnenstad van Dordrecht de Johan de Witt Dag plaats. Precies 400 jaar geleden werd een van de beroemdste staatsmannen van Nederland geboren in het historische hart van Dordrecht. Deze… lees verder…
In De postkoloniale podcast gaan Rick Honings en Coen van ’t Veer met gasten in gesprek over hun werk in relatie tot het koloniale verleden. In aflevering 23 van De postkoloniale podcast spreken zij met Marion Bloem… lees verder…
De afgelopen jaren heb ik me veel met Nicolaas Beets beziggehouden. Zoveel, dat mijn zoons soms verzuchtten: ‘Hou toch eens op over die Beets!’ Gelukkig voor hen hoeven ze binnenkort nooit meer iets over hem te horen, want over een paar maanden komt mijn biografie God, gezin en vaderland. De eeuw van Nicolaas Beets (1814-1903) uit. Beets geniet vooral bekendheid als auteur van de Camera Obscura, de bundel humoristische schetsen en verhalen die hij in 1839, op de grens van zijn studententijd en predikantschap, onder het pseudoniem Hildebrand publiceerde. Met Multatuli’s Max Havelaar (1860) behoort de Camera Obscura tot de beroemdste boeken uit de negentiende eeuw.
Beets heeft zichzelf eens misnoegd een homo unius libri genoemd, een man van één boek. Dat was niet overdreven, want tot aan zijn laatste snik werd hij vooral geprezen vanwege zijn Camera, waarin hij volgens velen de Hollandse volksaard zo goed had getroffen. Hoewel Beets nog veel meer schreef, zoals preken, opstellen en héél véél poëzie, was hij in de eerste plaats de auteur van dat ene werk. Tijdens zijn leven zagen maar liefst 21 drukken het licht. De Nederlanders konden er geen genoeg van krijgen. Dat bleek wel toen de redactie van De Nederlandsche Spectator de lezers in 1892 vroeg naar hun favoriete boek. Twee derde van hen koos de Camera Obscura. Ook Beets zelf was geliefd. In hem zag men Hollandse deugden weerspiegeld, zoals godsvrucht, huiselijkheid, vaderlandsliefde, gematigdheid en Oranjegezindheid. Ook Beets’ onverwoestbare optimisme sloot aan bij het nationale zelfbeeld.......