gepubliceerd op 8 juni 2022
Poëzie van nu 13: ‘Week’ van Gerda Blees

g="async" class="alignnone size-full wp-image-12467" src="https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2022/06/blees-week.jpg" alt="" width="858" height="1200" srcset="https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2022/06/blees-week.jpg 858w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2022/06/blees-week-215x300.jpg 215w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2022/06/blees-week-732x1024.jpg 732w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2022/06/blees-week-107x150.jpg 107w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2022/06/blees-week-768x1074.jpg 768w" sizes="(max-width: 858px) 100vw, 858px" />

Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Week van Gerda Blees.

Helga was eerst! Gerda Blees, die zoveel succes had met de roman Wij zijn licht, schrijft in Week eenenveertig gedichten lang over haar kindje in aantocht. Door haar poëzie valt ‘Niemand heeft je ooit gezien’ van een haakje aan mijn geheugenkapstok. Een lied dat, vertolkt door een zekere Helga, in 1972 een hitje werd. Ik herinner me de tekst nog precies. ‘Niemand heeft je ooit gezien, maar toch ben je van mij,’ begon Helga. ‘Al is je vader ook een knappe man/ Hier weet ie toch het fijne nog niet van,’ vervolgde ze over de geheimen van de zwangerschap. En nog even verderop klonk: ‘Je brengt me onrust en je brengt me vree/ Maar wat je brengt, daar heb ik vrede mee.’

Week van Gerda Blees, zo getiteld omdat ze elke week een gedicht schreef, is een Helga-herhaling. Ik weet niet of de navolging bewust of onbewust is, in verwachting zijn is tenslotte een universele ervaring. De dichteres heeft het vertrouwde verhaal naar moderne tijden verplaatst, de tijden van zekere ziekte (‘door het virus moet je vader thuisblijven’). Maar de gelijkenis is onontkoombaar, ook al omdat de jij van Helga en de jij van Gerda samenvallen, beiden richten zich tot hun nog ongeboren kind.

Gerda Blees begint haar relaas al voor de conceptie: ‘de laatste kramp van/ deze keer niets ingenesteld binnenin, het samentrekkende/ protest tegen het uitgebleven kind’. Ze eindigt vlak voor het beslissende moment: ‘Je mag komen maar je komt niet’. Haar uitgever vult aan dat de dichteres inderdaad moeder werd van haar eerste kind. Op de flaptekst staat: ‘Niet eerder werd het begin van een mensenleven zo gedocumenteerd’. Wél dus, Gerda varieert op Helga: ‘Je bent er en je bent er niet, niet buiten, wel in mij’.

Zoek de verschillen. Bij Helga ontbreekt het bericht: ‘De auteur ontving voor het schrijven van deze bundel een projectsubsidie van het Nederlands Letterenfonds’. (Daarmee was een bedrag van ruim vijftienduizend euro gemoeid). En bij Gerda mis je zoiets als de finale van het lied: ‘Nu zing ik nog eenmaal en dan moet je slapen gaan/ laa la-la la-laaa la-la la-lai-laa’.

Week, Uitgeverij Podium, gebonden,  48 pag., € 20,99g>
ISBN: 9789463811439